Aanpak gemeentelijke schuldhulpverlening

Uit een onderzoek dat staatssecretaris Klijnsma van sociale zaken en werkgelegenheid naar de tweede kamer heeft gestuurd blijkt onder andere dat 1 op de 10 huishoudens te maken had met problematische schulden. Dit kan kortstondig zijn, door het tijdelijk verlies van werk of omdat de partner meer is gaan werken, maar ook langdurig. Veel schulden ontstaan door het slecht om kunnen gaan met geld, een te hoge levensstandaard en terugval in inkomen. Het is ook niet vreemd dat de afdeling schuldhulpverlening van de diverse gemeenten het op dit moment erg druk heeft, hetgeen zich uit in lange wachttijden. Er bestaan echter grote verschillen in kwaliteit en effectiviteit tussen de gemeenten onderling.

Dit moet volgens het kabinet veranderen door middel van een wettelijk kader. Zo zal de gemeenteraad toe moeten gaan zien op de kwaliteit. Het college van B&W zal daartoe jaarlijks verantwoording moeten afleggen aan hun. En om de lange wachttijden te verkorten krijgt de gemeente na het verzoek om schulphulpverlening een periode van maximaal 4 weken om tot actie over te gaan. Als dan besloten wordt tot behandeling moet naast het oplossen van de bestaande schulden ook aandacht voor de problemen waardoor de schulden zijn ontstaan, uitgaan.

De ministerraad heeft dan ook ingestemd met deze uitwerking van het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening en dat het voorstel voor advies aan de Raad van State word gestuurd.